Een Nederlander die in 2018 een gevangenisstraf van twee jaar kreeg opgelegd vanwege het maken van phishingsites, is in hoger beroep tot een lagere straf veroordeeld. Ook moet hij een minder hoog bedrag aan de Staat betalen dan aanvankelijk werd vastgesteld.
De man werd in 2018 veroordeeld omdat hij aan meerdere personen software en websites leverde om phishingaanvallen uit te voeren. Ook loste hij daarna nog problemen op als die zich voordeden.
Via de sites konden zijn klanten zelf linkjes maken om naar slachtoffers te sturen, bijvoorbeeld via Marktplaats. De slachtoffers dachten dat ze via het linkje 1 eurocent naar de potentiële koper moesten overmaken, ter controle van hun identiteit. Maar in werkelijkheid konden cybercriminelen meekijken met de bankgegevens die ze invoerden, om zo toegang te krijgen tot de bankrekening van de slachtoffers.
Eerder werd geschat dat de Nederlandse man ruim 63.000 euro verdiende met zijn werkzaamheden. Dat bedrag is in hoger beroep flink lager uitgevallen. De man moet nu ruim 13.400 euro aan de Staat betalen.
De rechter bepaalde dat er sprake is van “ernstig strafbare feiten”, met name “vanwege de schending in het vertrouwen in digitaal berichtenverkeer en de (potentiële) financiële schade die phishing en computervredebreuk met zich meebrengen”. Daarnaast heeft de man inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers en misbruik gemaakt van vertrouwen.
De man moet daarom nog wel de gevangenis in. Hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk.