Apple gaat de productie van zijn iPads voor een gedeelte verhuizen naar Vietnam. Nu laat het merk de tablets nog in China assembleren.
De reden is dan ook niet ver te zoeken. Het zijn nog steeds de strikte lockdowns in China die de lokale economie parten blijven spelen. Het coronavirus blijft er voor besmettingen zorgen. In de regio rond Sjanghai krijgen lokale producenten het meest te kampen met productieproblemen, zo meldt de Japanse zakenkrant Nikkei. Apple wil vermijden dat het daardoor minder iPads kan verkopen.
iPads vanuit Vietnam
Om de (tijdelijk) weggevallen productiecapaciteit op te vangen, heeft Apple nieuwe productielijnen laten opstarten in Vietnam, door het Chinese bedrijf BYD Apple. Dat moet ervoor zorgen dat de productie van tablets in Vietnam relatief snel kan beginnen.
Het is niet voor het eerst dat Vietnam opduikt in de plannen van Apple. De Californische techreus had dat idee al opgevat van voor de coronapandemie, maar moest dat idee toen opbergen door de onstabiele situatie. Het lijkt er sterk op dat Apple zijn productie nog verder geografisch wil diversifiëren en voor langere tijd in Vietnam actief zal blijven. De iPad is trouwens niet het eerste toestel dat Apple in het land laat bouwen. Dat was ook al het geval voor de AirPods.
Opdat de voorraad niet in het gedrang zou komen, vraagt Apple aan zijn toeleveranciers van buiten China om een voorraad aan onderdelen op te bouwen waarmee ze enkele maanden verder kunnen. Dat verzoek geldt voor alle producten in Apples line-up, van de iPhones en iPads, tot de AirPods en Macbooks.
Apple verscheepte in 2021 58 miljoen iPads, waarvan de grote meerderheid vanuit China geleverd werd.