In de Verenigde Staten zijn de afgelopen weken zorgen ontstaan over de uitrol van 5G-netwerken bij vliegvelden. Schiphol, luchtvaartmaatschappijen en het Agentschap Telecom vrezen niet voor dergelijke problemen in Nederland, blijkt uit navraag van NU.nl.
Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen dienden eerder deze week een noodverzoek bij luchtvaartautoriteit FCC in. Het uitrollen van nieuwe 5G-netwerken in de buurt van vliegvelden moet volgens de bedrijven worden uitgesteld. Verschillende providers hebben daar, in ieder geval voor de komende twee weken, gehoor aan gegeven.
Volgens de airlines dreigt de nieuwe technologie apparatuur in vliegtuigen en helikopters te verstoren. Het gaat met name om apparatuur die de hoogte van toestellen volgt.
De verstoringen zouden vertragingen, omleidingen en annuleringen kunnen veroorzaken. Ook zouden landingen bij slecht zicht onmogelijk worden.
In contact met luchtvaartorganisatie
KLM en Transavia laten desgevraagd weten zich vooralsnog geen zorgen te maken over soortgelijke problemen in Nederland. Beide luchtvaartmaatschappijen zeggen dat hier op dit moment nog geen sprake is van de uitrol van nieuwe 5G-netwerken. Wel zeggen ze de situatie te volgen en staan ze in contact met de internationale luchtvaartorganisatie IATA en vliegtuigbouwer Boeing.
Een woordvoerder van Schiphol zegt dat de luchthaven zich wel voorbereid op de uitrol van nieuwe 5G-netwerken. “Maar in Nederland speelt dit issue niet, omdat hier een andere frequentie wordt gebruikt voor 5G.”
Verschil in frequentie
Waarom ontstaan er bij de ene frequentie wel problemen en bij de andere niet? “Radiohoogtemeters in vliegtuigen werken logischerwijs overal ter wereld in dezelfde frequentieband, namelijk 4.200 tot 4.4000 MHz”, legt een woordvoerder van het Agentschap Telecom uit.
Het verschil zit volgens haar in de frequentieband waarop 5G in de landen wordt geplaatst. In de Verenigde Staten is dat de band 3.700 tot 3.980 MHz, terwijl dat in Nederland en de rest van Europa tussen de 3.400 en 3.800 MHz is.
“Radiohoogtemeters zijn zogenoemde breedbandontvangers. Signalen die niet al te ver van de bandgrenzen liggen, kunnen eventueel kleine problemen of verstoringen veroorzaken. Het mogelijke gevolg daarvan is dat de hoogtemeters verkeerde waarden weergeven”, aldus de woordvoerder.
Ze vervolgt: “Omdat 3.980 MHz dichter bij de 4.200 MHz in de Verenigde Staten ligt dan bij de 3.800 MHz in Nederland, lijkt de kans dat er in Europa verstoringen in radiohoogtemeters ontstaan daarmee kleiner dan de kans dat dit in de Verenigde Staten gebeurt.”